ATLAS OF THE CONFLICT. ISRAEL – PALESTINE

Malkit Shoshan. 010 Publishers 2010

Bleeden van Bezetting door roeben vkn

In Atlas of the Conflict heeft Malkit Shoshan in vijfhonderd kaarten honderd jaar Israëlische geschiedenis samengevat in relatie tot Palestina. De bezettingsstructuren komen akelig duidelijk naar voren. Kaart voor kaart staan de posities van de bezette locaties geregistreerd.

‘Geschiedenis wordt geschreven door de overwinnaars’. Dit wandtegeltje, dat toegeschreven wordt aan Winston Churchill, gaat ook op voor Israel. De geschiedenis van dit land is door zionisten, in hun rol als overwinnaars, getransformeerd tot een epos over joods heldendom in een door God beloofd land. Bijbelse mythen zijn verweven met hedendaags zionisme: De Bijbel als legitimatie om landroof te rechtvaardigen voor de stichting van een moderne staat. Sagen en symboliek uit de Bijbel versterken de traditie en identiteit van het Joodse volk en verbloemen de roverspraktijken van Israel. Feiten, fictie, fabels en halve waarheden vermengen zich tot een rookgordijn die het ware gezicht van Israel uit het zicht onttrekt.

Het onlangs verschenen boek Atlas of the Conflict weet door dit rookgordijn heen te prikken aan de hand van honderden geografische kaarten. Vuistdik komt de atlas met landkaarten, plattegronden, topografische en thematische kaarten, grafieken, statistieken, diagrammen en tijdslijnen. Van kaft tot kaft bomvol data en feiten die de ontwikkelingen van het conflictgebied Israel/Palestina tot in detail registreren en daarmee orde scheppen in de brei van desinformatie rondom de dominantiepolitiek van Israel.

De autrice Malkit Shoshan maakt korte metten met de mythes die de geschiedenis van de staat Israel vertekenen. Op haar landkaarten is geen ruimte voor mystificaties. Hyperrealistisch wordt een kroniek van landroof en bezetting in beeld gebracht in relatie tot de vernietiging van Palestina. Tien jaar was de joods-Israelische Shoshan ermee bezig om de geschiedenis van haar land in kaart te brengen. Dat karwei begon toen zij als architectuurstudente geïnteresseerd raakte in de geschiedenis van haar land.

“Gedreven door nieuwsgierigheid begon ik illustraties, landkaarten, foto’s, diagrammen en ander beeldmateriaal te verzamelen” aldus Shoshan die met haar achtergrond als architect beter uit de voeten kon met beeldmateriaal dan met geschreven bronnen. Die achtergrond gaf haar ook het inzicht de ontstaansgeschiedenis van Israel als een architectuurproject te benaderen. “Het is gecompliceerd om aan een dergelijk project te beginnen op zo’n grote schaal als dat van een land of natie. Het duurt jaren om een gebouw te plannen, ontwerpen en te bouwen. Om een heel land te vernietigen en er een ander land bovenop te bouwen nam tientallen jaren in beslag.”

Dat bouwen van een nieuw land bovenop de ruïnes van Palestina ging niet zonder slag of stoot. Voor wie goed kijkt naar de pictogrammen op de kaarten in de atlas ziet dat buldozers gevaarlijker zijn dan tanks en dat ruimtelijke planning scherper snijdt dan een mes. Bouwproject Israel is oorlogsarchitectuur.

Makkelijk maakte Shoshan het haarzelf niet door te analyseren hoe de bouw van de staat Israel zich verhoudt tot de sloop van Palestina. Data en geografische kaarten van Israel waren weliswaar ruim voor handen (Israel’s ontwikkelingen zijn uitgebreid in kaart gebracht), Palestijnse data daarentegen bleken minder voor het oprapen te liggen. Om toch de dynamiek tussen de bouw van de staat Israel en de afbraak van Palestina geografisch te registreren, besloot Shoshan de gegevens zelf te verzamelen en in kaart te brengen.

Dit heeft geleid tot honderden thematische kaarten van onder andere territoriale analyses over joodse nederzettingen, verdwenen Arabische dorpen, aanleg van bossen, waterbeheer, vluchtelingenkampen en de afscheidingsmuur waarbij het draait om de interrelatie tussen Israel en Palestina. Tegenover de bouw van illegale nederzettingen staat diefstal van Palestijns grondgebied en tegenover de uitbreiding van Israelische grenslijnen staat de inkrimping van Palestijns territorium. Dit dynamische proces van gevolg en oorzaak dat voortdurend in beweging is, heeft de auteur gedetailleerd vast weten te leggen.

Bezettingsmechanismen

Atlas of the Conflict bestaat uit twee delen: een atlas en een lexicon. Dit laatste beslaat een derde van het boek met achtereenvolgens een encyclopedie, portrettengalerij van de hoofdrolspelers in het Israel/Palestina conflict, een beknopte tijdslijn en als hekkensluiter een serie landkaarten die betrekking hebben op de onderhandelingen over een tweestaten-oplossing.

Het eerste deel is de atlas zelf waar dit boek hoofdzakelijk om draait. Na een korte inleiding opent de atlas sterk met een kaart van alle Israelische grenslijnen, die multilaags als lijntekening wordt afgebeeld hetgeen een prachtig lijnenspel oplevert. Cartografie als tekenkunst.

Was het in het eerste hoofdstuk van de atlas nog even warmdraaien voor Shoshan; vanaf het tweede hoofdstuk komt het patroon van de interrelatie tussen (de afbraak van) Palestina en (de groei van) Israel duidelijk naar voren. De afbeeldingen van de Westoever (Westelijke Jordaanoever -red.) liggen in dit hoofdstuk bezaaid met militaire en civiele kaartelementen als controleposten, wegversperringen, wachttorens en nederzettingen die de expansie van Israel registreren.

Dit levert een netwerk op van bezettingsobjecten die diep weten te penetreren in de Westoever. Door het mobiele karakter ervan kunnen ze flexibel van positie verschuiven zodat roadblocks en checkpoints aangepast worden aan veranderingen in het gebied met als doel de bezettingspolitiek maximaal te handhaven. Civiele outposts op hun beurt verdwijnen, groeien en verplaatsen zich naargelang de strategische omstandigheden van het moment. [1]

Naast outposts die op eigen houtje andermans grondbezit staan te plunderen, is het vaak de Israelische overheid zelf die privaat land van eigenaren heeft geconfisqueerd op de Westoever onder het mom van veiligheidsredenen, waarna het vervolgens volgebouwd werd met nederzettingen. Dit soort roverij werd ruim dertig jaar geleden door het Israelisch hooggerechtshof verboden, waarna de overheid, met in haar kielzog de kolonisten en de bouwsector, op grote schaal wetteloos verder is gegaan met landjepik. Het gevolg is dat bijna 40 procent van het land waarop de nederzettingen uit de grond gestampt zijn, Palestijns particulier grondbezit betreft. [2]

Na meer dan 35 jaar koloniseren krioelt het van de nederzettingen op de Westoever. Van verre te zien domineren ze de heuveltoppen met hun karakteristieke architectuur. Intimiderend en dreigend. Klaar om de volgende heuveltop te veroveren. De Westoever is door het kolonisatiebeleid omgeploegd tot een verbrokkeld land. Meer dan 190 Palestijnse eilanden liggen verspreid in het landschap. Dobberend in een zee van repressiepolitiek zijn ze van elkaar losgekoppeld.

Omsloten door een geavanceerd controle- en bezettingssysteem dat elk zuchtje autonomie de keel afsnijdt. Onderworpen aan nachtelijke razzia’s, avondklokken, militaire interventies, wegversperringen, checkpoints, onderdrukking en collectieve bestraffingen is het leven van de Palestijnen veranderd in dat van laboratoriummuizen. Het Israelische apartheidssyteem richt zich erop om het leven voor de kolonisten te vergemakkelijken en omgekeerd evenredig het leven voor de Palestijnen in hun Bantustans (zwarte townships en reservaten ten tijde van de apartheid in Zuid-Afrika -red.) drastisch te bemoeilijken. [3]

De bezettingsstructuren komen akelig duidelijk naar voren in Atlas of the Conflict. Kaart voor kaart staan de posities van de bezette locaties geregistreerd in relatie tot het gebied. Op het oog lijkt het in eerste instantie op chaos met al die enclaves, wegversperringen, nederzettingen en checkpoints; evenwel blijkt de wanorde niets minder te zijn dan een verfijnd bezettings- en controlesysteem om de Palestijnen strak onder de duim te houden, terwijl ondertussen de grond onder hun voeten vandaan wordt geroofd. Israel wil nu eenmaal wel het land maar niet de inwoners.

Elastische muur

Er is veel gezegd & geschreven over de ‘Wall of Shame’ sinds de bouw ervan op de Westoever. De apartheidsmuur is op z’n zachts gezegd controversieel. Bejubeld door voorstanders vanwege de veiligheid die de muur de Israeli’s biedt, verguisd door tegenstanders wegens het schenden van de mensenrechten. [4]

In de atlas is de voortzetting van de apartheidsmuur in zevenenveertig thematische kaarten grondig tot in detail weergegeven. Het laat de ontwikkeling van de aanleg van de muur zien gedurende de periode 2002 tot en met 2008. De basiskaart van de Westoever wordt laag voor laag als een ui los gepeld om de Palestijnse, Israelische, civiele en militaire kaartelementen afzonderlijk van elkaar weer te geven in relatie tot de muur. Systematisch wordt de Westoever geografisch ontleed en geanalyseerd, waarna uiteindelijk de gepelde lagen weer samengevoegd worden om ze als één geheel op groot formaat af te beelden.

Net als met andere bezettingsobjecten, zoals wegversperringen, controleposten en civiele outposts, is ook de apartheidsmuur mobiel van aard. Al slingerend en zigzaggend past de muur zich aan nieuwe koersveranderingen aan die niet zelden ingegeven zijn door de wens om meer land te willen inlijven aan Israelische zijde van de muur. [5] Met name kolonisten zijn flink bezig geweest om zoveel mogelijk Palestijns territorium bij Israel te sprokkelen.

Kolonisten waren nochtans bepaald niet de enige spelers in de strijd om de aanleg van dat betonnen gedrocht. Een breed gewaaierd gezelschap ging zich ermee bemoeien: Het IDF, mensenrechtenactivisten, commerciële bedrijven, Palestijnse boeren, internationale NGO’s, het Internationaal Gerechtshof, Israelische hooggerechtshof, en internationale diplomaten. Elk van hun oefenden invloed uit op het traject van de muur waardoor de ontwerper Danny Tirza zich genoodzaakt zag om keer op keer veranderingen aan te brengen aan de route. Hij omschreef de afscheidingsmuur als een ‘op hol geslagen politieke seismograaf’. [6]

Inmiddels gaat het al lang niet meer om slechts één muur op de Westoever. Versplinterd als het is, staan er tal van muren die de Palestijnen afscheiden van de joden. Naast de hoofdmuur die globaal de Groene Lijn volgt, staan er kleinere muren die als giftige slangen rondom Palestijnse leefgebieden kronkelen wat mede bijdraagt aan een Palestijns landschap dat steeds sterker gefragmenteerd raakt. Tot op het diepste niveau penetreert de apartheidsmuur in de levens van honderdduizenden Palestijnen die met lede ogen moeten toezien hoe een normaal bestaan van wonen & werken tot een utopie is verheven.

Bouwproject Israel

In Atlas of the Conflict komt de wisselwerking tussen de bouw van Israel en de afbraak van Palestina nergens zo helder naar voren als in het derde hoofdstuk dat zich focust op de ontwikkeling van Israelische en Palestijnse woonplaatsen tussen 1947 en 2010. De interrelatie van tegenovergestelde ontwikkelingen tussen Israeli’s en Palestijnen tekent zich scherp af: tegenover de bouw van meer dan 1000 Israelische plaatsen staat de vernieling van 531 Palestijnse dorpen en tegenover de instroom van miljoenen joden staat de verdrijving van 750.000 Palestijnen (Om nog te zwijgen over de honderdduizenden vluchtelingen uit 1967).

Oorlog en bezetting hebben de lijnen op de kaart veranderd. Tragedies van verlies & pijn laten diepe groeven na die gekrast zijn in de geografische kaarten van Israel. Dat maakt dit hoofdstuk beladen. Desalniettemin benadrukt Malkit Shoshan dat haar drijfveren niet gelegen zijn in emotionele overwegingen bij het analyseren van de vernietigde en ontvolkte Palestijnse dorpen in Israel.

Die verdwenen dorpen zijn onderdeel van de geschiedenis en staan daarom op de kaart geregistreerd, net als de nieuwe Israelische woonplaatsen die er voor in de plaats zijn gekomen. Zo nuchter als Shoshan het benadert zal het voor de lezer vermoedelijk niet makkelijk op te brengen zijn. Bij het zien van de kaalslag die de vernielde dorpen op de kaart hebben achtergelaten is het even slikken. De lichtbruine vierkantjes van de dorpen zijn niet zomaar wat willekeurige vlakjes op de kaart. Ze representeren vernietiging en ontvolking. Met bloed doordrenkt. Zie daar maar nuchter onder te blijven.

Volgens de joods-Israelische historicus Benny Morris was etnische zuivering in 1948 inherent aan de verwezenlijking van de joodse staat: ‘Uitzetting [v.d. Palestijnse bevolking] was onvermijdelijk en is onderdeel van het zionisme omdat het tot doel had een Arabisch land te transformeren tot een joodse staat en een joodse staat zou niet ontstaan kunnen zijn zonder een massale uitzetting van de Arabische bevolking.’ [7]

En dat zijn nog de woorden van een zionist die de realiteit onder ogen durfde te komen. Voor de meeste zionisten is de geschiedenis van 1948 een open zenuw dat verdoofd wordt met sagen over een heroïsche strijd van joden tegen de kwaadaardige vijand. Als een mirakel zijn de Palestijnen vanzelf op eigen houtje gevlucht en opgejut door Arabische leiders. In het mythisch Land van Melk & Honing doen joden niet aan etnisch zuiveren.

Ondertussen zijn hun huizen gebouwd op de ruïnes van meer dan 500 verwoeste dorpen die de fundering vormen waarop de staat Israel van de grond is getrokken. Die huizen staan in een keur aan verschillende leefgemeenschappen verspreid in Israel, welke door Shoshan geanalyseerd worden. Van kibboetsim tot Caravilla’s; van outposts tot ma’abarot en van moshavim tot community settlements. Zo’n beetje elk type woongemeenschap is onder de loep genomen.

Het kan wellicht duf klinken om de geschiedenis van Israel te illustreren aan de hand van Israelische woongemeenschappen bij een hoofdstuk waarin oorlog en politiek machtsspel aan de orde komen, maar architectuur heeft in Israel een andere waarde dan in Nederland. Om de Israelische architect Sharon Rotbard te citeren: ‘In Israel is architectuur net als oorlog een voortzetting van politiek bedrijven. Elke uitvoering van architectuurprojecten door joden in Israel is, al dan niet bewust, op zichzelf een uiting van het zionisme.’ [8]

Architectuur en politiek zijn nauw met elkaar verweven. Elk dorp en elk bos heeft z’n politieke functie. Niks kwam zomaar willekeurig van de grond in bouwput Israel. Arieh Sharon, letterlijk en figuurlijk de architect van de staat Israel, kreeg kort na de uitroeping van de joodse staat in 1948 de taak met een plan op tafel te komen om van de grond af een nieuw land op poten te zetten wat vervolgens in sneltreinvaart uitgevoerd werd.

‘Het Sharon Plan zette in minder dan tien jaar een ontwerp om in een mega-project bestaande uit tientallen dorpen en steden en honderden landelijke nederzettingen ex machina; uitgestrekte bossen, nationale parken en natuurgebieden ex fabrica; netwerken van snelwegen, elektriciteit, water, havens en fabrieken ex nihilo.’ [9] Paragraaf voor paragraaf werd Sharon’s plan in de praktijk uitgevoerd. Israel werd in hoog tempo gebouwd, gecultiveerd en verjoodst.

Voor wie de architectonische symbolen goed weet te lezen op de kaarten van Shoshan ziet dan ook een politieke geschiedenis van bijna 65 jaar aan zich voorbij komen waarin het zionistisch ideaal omgezet is tot de maakbare realiteit van de joodse staat. De verschillende soorten gemeenschappen verraden hierin de politieke kleur en hun tijdperk: fort-achtige muur & toren nederzettingen uit het pre-Israel; links/socialistische kibboetsim en moshavim uit de bloeiperiode; en moderne, door de staat gesubsidieerde, non-agrarische nederzettingen op Palestijns grondgebied, onderdeel van een kapitalistisch, politiek rechts beleid. (De nederzettingenindustrie vaart wel bij het landjepik op de Westoever).

Ook de niet-erkende Palestijnse dorpen in Israel hebben een plek gekregen in de atlas. Officieel bestaan deze dorpen niet. Wat Israel betreft zijn ze illegaal en staan dan ook niet op Israelische landkaarten. Waarom ze niet door Israel erkend worden, is een raadsel. Weer een gevalletje van kafkaiaanse bureaucratie waar Israel patent op lijkt te hebben jegens de Arabisch-Israelische bevolking.

In 1965 begon Israel aan de registratie van Arabische dorpen en steden waarbij gemakshalve honderden dorpen over het hoofd werden gezien en sindsdien als illegaal zijn gebrandmerkt. Volgens Shoshan gaat het om zo’n 80 niet-erkende dorpen; daarentegen claimt Lucas Catherine in zijn boek Palestina, de laatste kolonie dat het om 1440 dorpen en gehuchten gaat. Geen marginaal verschil. Nu en dan komt zo’n illegaal dorp in het nieuws als het IDF er weer eens een razzia houdt.

Waterkaarten

Essentieel als water is, mag dit onderwerp niet ontbreken. Waterconflicten lopen als een rode draad door de geschiedenis van Israel/Palestina. Toch komt dit hoofdstuk er met zestien pagina’s vrij karig vanaf. Er wordt de lezer geen terugblik gegeven op de geschiedenis van het waterbeheer in Israel/Palestina, terwijl het wel interessant geweest zou zijn om bijvoorbeeld de plannen en de aanleg van Israel’s National Water Carrier in de atlas terug te zien, evenals de waterhuishouding in Gaza ten tijde van de illegale nederzettingen van voor 2005.

We moeten het doen met een handvol kaarten die het huidige waterbeheer in Israel en de Palestijnse Gebieden illustreren. Mooie kaarten zijn het wel. Wat schoonheid betreft piekt de atlas in de hoofdstukken ‘Water’ en ‘Jeruzalem’. Fijnproevers onder de cartofielen komen hier aan hun trekken. Aangepast aan het onderwerp zijn de chorochromatische kaarten waterig als aquarellen. In zachte grijstinten wordt de bodemgesteldheid van de onderwaterreservoirs in Israel en de Palestijnse Gebieden weergegeven in een bijna dromerig beeld.

Om de kaartelementen van het waterbeheer in dit hoofdstuk goed te interpreteren, zal de lezer thuis moeten zijn in de waterpolitiek van Israel. De auteur geeft summier wel relevante data mee aan de hand van diagrammen, maar het repressieve waterbeleid van Israel laat zich nauwelijks terugzien in de geografische kaarten.

Dit repressieve waterbeleid in de Palestijnse Gebieden begon meteen nadat Israel in 1967 de Westoever veroverde en daarmee predominantie kreeg over het grond- en oppervlaktewater. Dit resulteerde voor de Palestijnen in een toegangsverbod tot bijna de gehele Jordaanvallei dat prompt militair gebied werd verklaard. [10]

Naast het plunderen van het oppervlaktewater zag Israel ook kans het grondwater van de Westoever in groten getale te stelen via de controle die ze kreeg over de bergaquifer. (een voor water ondoordringbare laag gesteente waarboven zich waterdoorlaatbare lagen bevinden -red.) Palestijnen op de Westoever, die vanwege het toegangsverbod tot de Jordaanrivier voor hun waterbehoeften volledig afhankelijk zijn van het grondwater, kunnen vanwege de roverspraktijken van Israel nog maar slechts 18 procent van het grondwater gebruiken hetgeen chronisch tekort schiet. De rest van het grondwater gaat naar Israeli’s. [11]

De waterhuishouding van Gaza lijkt op de kaart prima in orde, maar in de realiteit schort er van alles aan. Anderhalf miljoen mensen zijn afhankelijk van het grondwater uit de kust-aquifer dat voor meer dan 90 procent ongeschikt is als drinkwater vanwege verzilting dat ontstaat door twee keer zoveel water uit de aquifer te pompen dan er op natuurlijke wijze bij komt. Vanwege overexploitatie daalt de zoetwaterspiegel en omgekeerd evenredig stijgt het zoutgehalte door instroming van zout zeewater. Bovendien is het water verontreinigd door vermenging met afval en het open riool.

Het grootste probleem echter is de overbevolking. Teveel mensen zijn afhankelijk van een te klein onderwater reservoir. Dit zou opgelost kunnen worden door Gaza te koppelen aan Israel’s levensader, de National Water Carrier. Dit immense waterleidingstelsel kronkelt vlak langs Gaza. Aansluiting hierop brengt beduidend betere waterkwaliteit met zich mee voor de Gazanen en de kaalslag op de aquifer zou hierdoor ontzien kunnen worden zodat dit reservoir zich weer kan herstellen.

Gezien het feit dat Israel actief bijdraagt aan de afbraak van de waterkwaliteit in Gaza en het de Gazanen liever laat creperen dan dat het ze water aanbiedt (waar Palestijnen minstens net zoveel recht op hebben als Israeli’s) is het echter erg onwaarschijnlijk dat er in Gaza in de toekomst gezond water te drinken zal zijn. [12]

Jeruzalem

‘Jeruzalem, de ondeelbare en eeuwige hoofdstad van Israel’. Dat klinkt gewichtig maar ondertussen erkent geen enkel land Jeruzalem als hoofdstad van Israel. Niet dat Israeli’s daar wakker van liggen, voor hen is het een uitgemaakte zaak. Jeruzalem wordt niet opgesplitst en zal altijd de hoofdstad blijven. Punt. Op een soevereine staat mogen Palestijnen hopen, doch over Jeruzalem dienen ze vooral geen illusies te koesteren.

Toch heeft Jeruzalem bepaald niet de allure van een wereldstad. Met minder dan 800.000 inwoners doet het provinciaals overkomen. De stad is voornamelijk opgebouwd uit een reeks eilanden van buitenwijken die aan elkaar zijn geregen via een complex wegennet. Afgezien van een labyrint aan pittoreske straatjes en steegjes in de Oude Stad, plus een handvol monumenten, is er verder niet bijster veel te beleven in Jeruzalem. Aan een eeuwige hoofdstad mag je toch hogere eisen stellen. Het blinkt vooral uit in moreel verval. De mix van joods nationalisme, religieus-fanatisme, armoede en discriminatie maken van Jeruzalem een stad waar elke Israëli zich maar beter voor zou moeten schamen.

Met ‘de stad van de vrede’ zijn we bij het laatste hoofdstuk gekomen uit de atlas. Ondanks dat de realiteit van deze stad gekenmerkt wordt door een grimmig apartheidsbeleid, verschijnen in dit hoofdstuk prachtige kaarten in beeld. Net als bij de openingskaart, waarin alle territoriale contouren van joodse samenlevingen als lijntekening in kaart zijn gebracht, worden hier de historische stadsgrenzen geïllustreerd als een lijntekening. Dit levert één van de mooiste illustraties op. Tussen de kaarten die volgen komen camoeflage-achtige patronen en organische lijntekeningen voorbij die niet zouden misstaan tussen het werk van de Franse kunstenaar Jean Dubuffet. De kwaliteit van de plattegronden is dan ook hoog. Kunst gecombineerd met cartografie.

De kaarten mogen mooi zijn; ze staan er niet voor de sier. Naast de schoonheid ervan is er natuurlijk vooral aandacht voor de registratie van feiten en data over Jeruzalem’s recente geschiedenis in samenhang met Palestijnen en Israeli’s. Zoals in het hele boek ook hier weer veel oog voor details. Tijdens de samenstelling noemde Shoshan de Atlas of the Conflict ook wel gekscherend ‘Atlas of the Details’. Een titel die de lading prima dekt.

Jeruzalem is grondig met pincet en vergrootglas geanalyseerd. Aan bod komen onder andere de stadsgrenzen, de demografische verspreiding van Israeli’s en Palestijnen, de apartheidsmuur, bevolkingsgroei, Israel’s militaire bezetting, Palestijnse vluchtelingenkampen, stadswijken, verwoeste dorpen, Israelische nederzettingen, archeologische locaties, groengebieden, en nog een trits aan onderwerpen. Zien is geloven wát er allemaal geregistreerd staat in dit hoofdstuk.

Lexicon

Deel twee van Atlas of the Conflict is opgedeeld in een ecyclopedie, portrettengalerij, tijdslijn en als afsluiter een serie landkaarten van voorstellen over een tweestaten-oplossing. Het oogt als een totaal ander boek dan de atlas, zowel qua papier- en drukkwaliteit, inhoud als vormgeving. Er is wel geprobeerd samenhang aan te brengen tussen de twee delen door over en weer naar paginanummers te verwijzen die betrekking hebben op elkaar, maar het gevoel blijft je bekruipen dat de lexicon in wezen een appendix is.

Veel logica is er niet te vinden in de lijst begrippen die aan bod komt. Sommige onderwerpen die belicht worden (zoals eBay) zijn nauwelijks ter zake met betrekking tot het Israel/Palestina conflict, terwijl tal van andere begrippen die wel relevant zijn geen plek hebben gekregen in de encyclopedie. Onder de letter H bijvoorbeeld wordt alleen het begrip Hope belicht dat geknipt en geplakt is uit Wikipedia. Verder geen onderwerpen die de revue passeren. Geen Habash, Haifa, Haganah, Hamas, Haniyeh, Hebron en Hizbollah (om er een stel te noemen).

Hierdoor is de opzet van de encyclopedie weinig geslaagd te noemen. Vanwege de hiaten manifesteert de encyclopedie zich vooral door wat er niet in staat vermeld. Dit gezegd hebbende geeft het gros van de onderwerpen dat wel aan bod komt een degelijke aanvulling op de atlas. De apartheidsmuur bijvoorbeeld komt uitgebreid aan de orde. Tientallen kleurenfoto’s in combinatie met de kaarten van de apartheidsmuur uit de atlas biedt een gebalanceerd beeld van de wijze waarop de muur geïmplementeerd is op de Westoever.  Het laatste hoofdstuk bestaat uit een reeks landkaarten van voorstellen over een tweestaten-oplossing. Dit ademt, mede door het gebruik van kaarten, de sfeer van de atlas uit dat het niveau van de lexicon weer omhoog trekt. Informatief krijgen we een kijkje in de keuken van de voorstellen en onderhandelingen over de Bezette Gebieden tussen 1993 en 2010. Daarmee wordt de lexicon toch nog sterk afgesloten.

Voetnoten:

1. Met een handvol caravans bezetten kolonisten Palestijns grondgebied, dat om strategische en religieuze redenen veelal heuveltoppen zijn. Dit gaat nogal eens om Palestijns land dat temidden van reeds bestaande nederzettingen in ligt. Door een outpost tussen de nederzettingen te stationeren, wordt daarmee dit tussenliggende land bij de nederzettingen gevoegd. Outposts zijn in de basis primitief en flexibel. Ze kunnen transformeren tot een ‘volwaardige’ nederzetting, mits ze niet vroegtijdig door verzet van de Palestijnen opgedoekt worden, om vervolgens, al dan niet elders, later weer op te duiken. Ze groeien, gedijen, transformeren en verdwijnen. Een organisch proces van een civiel bezettingsobject.

2. Volgens het rapport Breaking the Law in the West Bank van Peace Now gaat het om 38,76 procent aan Palestijns privaat grondbezit dat geconfisqueerd werd door Israel. Het werkelijke percentage ligt veel hoger. Slechts 2,5 procent van het land waarop alle nederzettingen staan gebouwd in de Westoever betreft joods grondbezit. De resterende 97,5 procent is afgepakt. Meer dan 50 procent gaat om land dat toegeëigend is door Israel op basis van het argument dat dit niet om Palestijns particulier grondbezit zou gaan en het dus, in Israel’s optiek, rechtmatig geplunderd mag worden als zijnde Israelisch staatseigendom. In realiteit echter gaat het in veel van de gevallen wel degelijk om particulier grondbezit dat door Israel geconfisqueerd is. Zie verder voor achtergrondinformatie hierover het hoofdstuk ‘Outsides‘ uit Palestine Inside Out: An Everyday Occupation van Saree makdisi; alsook het hoofdstuk ‘Settlements: Optical Urbanism‘ uit Hollow Land; Israel’s Architecture of Occupationvan Eyal Weizman; Land Grab Israel’s Settlement Policy in the West Bank, en het rapport van Peace Now.

3. Zie o.a. Checkpoint watch: testimonies from occupied Palestine; Reporting from Ramallah: An Israeli Journalist in an Occupied Land van Amira Hass; Hollow Land; Israel’s Architecture of Occupation van Eyal Weizman; Restrictions on Movement en Land Expropriation & Settlements van B’Tselem; Disappearing Palestine: Israel’s experiments in human despair van Jonathan Cook; Palestine Inside Out: An Everyday Occupation van Saree Makdisi.

4. Doordat de apartheidsmuur pervasief van invloed is op de verlaging van de levensstandaard bij veel Palestijnen en dit geleid heeft tot grote moeilijkheden bij het verkrijgen van onderwijs, water, gezondheidszorg en arbeid, oordeelde het Internationaal Gerechtshof in 2004 dat Israel het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten geschonden heeft, alsmede het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, alsmede dat van de Rechten van het Kind. Kort gezegd heeft Israel met de bouw van de muur een arsenaal aan mensenrechten geschonden. Daar bovenop is de muur in strijd met artikel 49 van de Vierde Conventie van Genève en met resoluties van de Veiligheidsraad vanwege de demografische veranderingen die zijn ontstaan door de plaatsing van de muur op de Westoever. Voor verdere informatie zie het artikel Opinion of the International Court of Justice van B’Tselem. Het Hof was in haar aanbeveling van mening dat Israel de bouw van de muur stop moest zetten, de bebouwde delen moest afbreken en de Palestijnen die schade ondervonden aan de ligging van de muur diende te compenseren. Niet dat Israel daar erg van onder de indruk was, want de bouw ging verder en op compensaties voor geleden schade hoefden Palestijnen niet te rekenen.

5. De ontwerper van de muur, Danny Tirza, over zijn opdracht die hij meekreeg: The main thing the government told me in giving me the job was to include as many Israelis inside the fence and leave as many Palestinians outside.” Uit het artikel Touring Israel’s Barrier With Its Main Designer. Oftewel, schraap zoveel mogelijk land van de kolonisten binnen de muur.

6. Citaat van Danny Tirza uit: Hollow Land; Israel’s Architecture of Occupation van Eyal Weizman, blz. 162.

7. Citaat van Benny Morris uit: The Lonely Historian. In een interview dat in 2004 in de Israelische krant Ha’aretz verscheen, gaat Morris doodleuk nog een stap verder: A Jewish state would not have come into being without the uprooting of 700,000 Palestinians. Therefore it was necessary to uproot them. There was no choice but to expel that population. It was necessary to cleanse the hinterland and cleanse the border areas and cleanse the main roads. It was necessary to cleanse the villages from which our convoys and our settlements were fired on.”

8. Geciteerd uit Wall and Tower (Homa Umigdal); the mold of Israeli architecture, van Sharon Rotbard, in Civilian Occupation: The Politics of Israeli Architectureonder redactie van Rafi Segal en Eyal Weizman.

9. Geciteerd uit The Plan van Zvi Efrat, in Civilian Occupation: The Politics of Israeli Architecture onder redactie van Rafi Segal en Eyal Weizman.

10. Meer dan 90 procent van de Jordaanvallei is verboden gebied voor Palestijnen waarvan 50 procent bestemd is voor illegale nederzettingen waar joden met een trits subsidies op wonen en werken naartoe gelokt worden. Zie voor het discriminerende beleid in de Jordaanvallei het artikel ‘Israel plundert de Jordaanvallei‘ van Adri Nieuwhof uit het boek de verwoesting van Palestina. In de toekomst zal het toegangsverbod op de rivier de Jordaan voor Palestijnen misschien weinig meer uitmaken gezien de Jordaan op verschillende punten nog maar enkeldiep is door het intensief afdammen van de rivier en diens bronnen door Israel, Syrië en Jordanië. Bijkomend probleem is dat drinkwater tussen het Meer van Galilea en de Dode Zee almaar meer plaats maakt voor afvalwater en er amper nog vers water door de benedenloop van de rivier stroomt. Zie nieuwsbericht Jordan River could die by 2011.

11. Voor meer achtergrondinformatie lees het artikel ‘Israel beslist de strijd om het water in zijn voordeel’ van Henk Donkers uit 50 jaar Israel – vergeten aspecten, pijnlijke feiten en het artikel van B’Tselem: Thirsty for a Solution: The Water Shortage in the Occupied Territories and its Solution in the Final Status Agreement.

12. Zie het artikel van B’Tselem: The Gaza Strip: 23 August 2010: Water supplied in Gaza unfit for drinking; Israel prevents entry of materials needed to repair systemen het nieuwsbericht: ‘Israël blokkeert deel Franse hulp aan Gazastrook’.

13. “The planning and building laws in East Jerusalem rest on a policy that calls for placing obstacles in the way of planning in the Arab sector, this is done in order to preserve the demographic balance between Jews and Arabs in the city, which is presently in a ratio of 72 percent Jews against 28 percent non-Jews”, aldus Amir Cheshin, voormalig adviseur voor Arabische Zaken van burgemeester Teddy Kollek, December 1994. Uit: A Policy of Discrimination: Land Expropriation, Planning and Building in East Jerusalem, blz. 52, van Etan Felner. Volgens de demografische statistieken in Atlas of the Conflict lag een jaar later in 1995 de verhouding 69,8 procent joods tegenover 30,2 procent niet-joods. Waarna de norm om de niet-joodse populatie onder de 30 procent te houden sindsdien niet meer gehaald is.

14. Geciteerd uit: Hollow Land; Israel’s Architecture of Occupation, blz. 50, van Eyal Weizman. Wordt ook deels aangehaald in A Policy of Discrimination: Land Expropriation, Planning and Building in East Jerusalem, blz. 59, van Etan Felner. Het bos op de Shu’afat bergkam, dat als doel diende om te voorkomen dat de Palestijnse woonwijk Shu’afat zich kon uitbreiden, werd in 1995 gekapt om plaats te maken voor Ramat Shlomo, een illegale nederzetting van ultra-orthodoxe joden. In maart vorig jaar kwam deze nederzetting in het nieuws toen het gemeentebestuur van Jeruzalem goedkeuring gaf aan 1600 nieuw te bouwen woningen in Ramat Shlomo. De bekendmaking viel tactloos samen met een bezoek aan Israel van vice-president Joe Biden van de VS die daar was om nieuw leven te blazen in de vastgelopen vredesonderhandelingen tussen Israel en de Palestijnse Autoriteit.

Link to essay: http://www.ravagedigitaal.org/2011/atlas-of-the-conflict/recensie.php